Zink
wordt op diverse manieren gebruikt als
dakbedekking.
Dit metaal wordt hiervoor sinds de 19e eeuw gebruikt. Het meest op de 'ouderwetse'
dakpannen
lijken de 'zinken dakpannen', zoals de
losanges.
De echte
doorbraak kwam echter toen forse platen gewalst konden worden. Daarmee bedek je een
dak
heel wat sneller dan met al die kleine pannen. En nog belangrijker:
wanneer je de platen waterdicht met elkaar kunt verbinden, kan de
dakhelling
flauwer worden. Tot bijna nul graden, oftewel een
plat dak.
Dat kon voor die tijd alleen met het zware en kostbare
lood.
De naden tussen de platen bladzink vereisen veel aandacht.
Bij het gebruikelijke
felsdak
krullen de randen om elkaar.
Hier en daar zijn
draadnagels
nodig om de boel vast te zetten.
IJzer
kan roesten en dan oxideert het zink mee.
Zo'n gaatje wil niemand op z'n dak hebben. Daarom wordt een
draadnagel afgedekt met een stukje lood.
Dat biedt de
loodgieter
een uitgelezen kans om trots reclame te maken:
het loodje dat weer en wind moet trotseren is het
trotseerloodje,
voorzien van het merkteken van de vakman.
Voor een klein dakschild kan een
zinken golfplaat,
volstaan, daar kan weinig mee mis gaan.
Op het dak kan nog meer zink voorkomen, bijvoorbeeld in de vorm van
dakversiering.
En aan de
dakvoet
hangt meestal een zinken
dakgoot.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders